Grafieken maken en wijzigen
Wanneer u de gegevens in een werkblad wijzigt, wordt de grafiek automatisch bijgewerkt.
Als u een grafiek wilt openen, opent u de overzichtsweergave, selecteert u het werkblad en de grafiek en drukt u op de joystick.
Als grafieken niet zichtbaar zijn, selecteert u
Opties
>
Uitvouwen
.
Als u een nieuwe grafiek wilt maken, selecteert u de werkbladcellen met de gegevens die u in de grafiek wilt opnemen, en
selecteert u
Opties
>
Invoegen
>
Grafiek
. Als u het algemene uiterlijk van een bestaande grafiek wilt wijzigen, opent u een
grafiekweergave. Selecteer
Opties
>
Weergeven
>
Grafiek
. U kunt de naam van de grafiek wijzigen en het cellengebied definiëren.
U kunt het grafiektype wijzigen, de grafiek twee- of driedimensionaal maken of de achtergrondkleur en askleur wijzigen. Druk
de joystick naar rechts om een titel aan de grafiek en assen toe te voegen.
Als u een grafiek in detail wilt opmaken, opent u een grafiekweergave. Selecteer
Opties
>
Weergeven
en selecteer het object
dat u wilt wijzigen. U kunt de instellingen wijzigen voor de reeks, de x-as en de y-as (zoals de maatstreepjes van elke as).
K a n t o o r t o e p a s s i n g e n
Copyright © 2006 Nokia. All Rights Reserved.
66