Nokia E60 - Een wireless LAN-internettoegangspunt definiëren

background image

Een wireless LAN-internettoegangspunt definiëren

1. Selecteer

Menu

>

Instrum.

>

Instell.

>

Verbinding

>

Toegangspunten

.

2. Selecteer

Opties

>

Nieuw toegangspunt

. Als u een bestaand toegangspunt wilt gebruiken als basis voor een nieuw

toegangspunt, selecteert u

Huidige inst. gebruik.

. Als u wilt beginnen met leeg toegangspunt, selecteert u

Standaardinst.

gebr.

.

3. Definieer de volgende instellingen:

C o n n e c t i v i t e i t

Copyright © 2006 Nokia. All Rights Reserved.

45

background image

Naam verbinding

— Voer een beschrijvende naam in voor de verbinding.

Drager gegevens

— Selecteer

Wireless LAN

.

WLAN-netwerknaam

— Als u de SSID (Service Set Identifier) ofwel de naam waarmee het wireless LAN wordt

geïdentificeerd, wilt invoeren, selecteert u

Handmatig opgeven

. Als u het netwerk wilt kiezen uit de wireless LAN's in het

bereik, selecteert u

Netw.namen zken

.

Netwerkstatus

— Selecteer

Verborgen

als het netwerk waarmee u verbinding maakt, verborgen is. Selecteer

Openbaar

als het netwerk niet verborgen is.

WLAN-netwerkmodus

— Als u

Infrastructuur

selecteert, kunnen apparaten met elkaar en met vaste LAN-apparaten

communiceren via een wireless LAN-toegangspunt. Als u

Ad-hoc

selecteert, kunnen apparaten rechtstreeks gegevens

verzenden naar en ontvangen van elkaar en is er geen wireless LAN-toegangspunt vereist.

WLAN-beveil.modus

— U moet dezelfde beveiligingsmodus selecteren die wordt gebruikt in het wireless LAN-

toegangspunt. Als u WEP (Wired Equivalent Privacy), 802.1x of WPA2 (Wi-Fi Protected Access) selecteert, moet u ook de

betreffende extra instellingen configureren.

WLAN-beveil.instell.

— Bewerk de beveiligingsinstellingen voor de geselecteerde

WLAN-beveil.modus

.

Homepage

— Geef het webadres op van de pagina die u in het display wilt weergeven wanneer u dit toegangspunt

gebruikt.

De instellingen die gewijzigd kunnen worden, kunnen verschillen.